Zaizaizai
Het is zaterdagmiddag en het regent. De vier overgebleven bewoners hebben er helemáál geen zin in. Ruud oefent wat op zijn gitaar, Karin ligt op bed te lezen en Bart knutselt een eierrekje in elkaar. Karin is het lezen beu en wil de mannen met haar aanwezigheid eren. “Het feest kan beginnen, ik ben klaar,” roept ze uit. Ze wil vanavond uit eten. Ook Willem wil wel even uit: “Naar de schouwburg. Het maakt mij niet uit.” Karin wil vermaakt worden. Karin: “Al is het Ronnie Tobber of Ben Kramer met ‘Zaizaizai’. Erger kan niet. Hier is het zaaizaaiaai.”
100 dagen seksloos
Zoals gebruikelijk is het na het eten tijd voor een verplicht praatje. De stelling van vandaag is: honderd dagen zonder seks. Volgens zijn medebewoners moet deze voor Ruud zijn. Voordat Ruud plaats neemt op zijn stokpaardje merkt Willem op: “Honderd dagen zonder seks. Dit geldt voor iedereen behalve voor Bart.” Bart geeft geen centimeter toe. Hij laat zich niet uit over zijn nacht met Sabine. Alleen: “Ik heb wel eens langer zonder seks gezeten.” Willem: “Ik heb het hier niet moeilijk. Ik zie Karin niet als lustobject.” Karin reageert bits: “Nou dank je wel. Ik ben heel gevleid.” Ruud komt eindelijk aan het woord: “Ik heb als grapje gezegd dat ik de voetbal meer zal missen dan de seks. Maar dat moet ik omdraaien. Ik ervaar het als een enorm gemis. Ik mis mijn vriendin en de seks. Ook als we ruzie hebben dan gaan we naar boven en dan maken we het weer goed met een wippie. Nu hebben we een handdoekje onder de dekens liggen en slaan we de hand aan onszelf. Ik tel de dagen af.” Willem: “Er is wel een verschil tussen seks en liefde. Die kan ik wel van elkaar gescheiden houden.” Ruud: “Ik mis de genegenheid, de warmte en het knuffelen.” Bart heeft in Amerika in tien maanden maar een keer seks gehad. Dat was in de auto en we zaten een film te kijken. Het komt bij mij wel eens voor honderd dagen zonder seks.” Karin: “Je hebt wel gehoopt op seks, je neemt niet voor niks condooms mee.” Willem en Ruud willen weten hoe het zit met Sabine. Heeft hij nou wel of niet met haar geslapen, want dan geldt de stelling voor hem niet. Ruud: “Nou eens met die piemel op tafel.” Bart blijft bij zijn standpunt: “Daar laat ik me niet over uit.” Willem weet genoeg. Volgens hem is het: wie zwijgt, stemt toe. Ze zijn het alle vier er over eens: het is moeilijker dan ze hebben gedacht. Ruud: “Ik voel me een beetje leeg, net alsof ik niet echt leef. Het ergste is nog als je een beetje opgewonden raakt en je kijkt tegen die muur aan en die zegt ook niets terug. Dan denk ik godverdikkie.”
Na het missen van seks uitgebreid te hebben besproken, vertrekt Bart boos naar zijn bed. Blijkbaar heeft hij een aanvaring met Karin gehad en nu weigert hij af te wassen. Karin blijft nog even met Willem praten en zegt dan dat zij ook niet afwast. Willem offert zich wel op: “Ik doe het wel, stelletje trutten.” Karin is het hier niet mee eens: “Jij wast ook niet af. Ik breng het wel naar de dagboekkamer, kan Big Brother het afwassen. Of ik gooi het in het størvatt.”
De bewoners zitten zaterdagavond lekker lang in bad. Ze komen helemaal tot rust. Karin vertelt over een bijzondere band die ze had met een arts uit het ziekenhuis. Ze zou van hem uitsluitsel krijgen over een kweekje van haar borst. “De arts kwam breed lachend aanlopen, goed nieuws dus. Het was niet uitgezaaid. Ik was zo blij om dat te horen en vloog de dokter meteen om zijn hals en gaf hem twee zoenen. De man bloosde en liep toen weg met twee lippenstift-plekken op zijn wang. Hij zei toen tegen mij: Nu ga ik mijn gezicht nooit meer wassen.”
Ze hebben het over het zwarte shirt van Ruud van De Dierenbescherming. De bewoners weten dat het shirt De Dierenbescherming geen windeieren legt. Ruud: “Ik heb het niet met voorbedachte rade meegenomen. Wel mijn NAC-spullen, die heb ik heel bewust in mijn koffer gestopt. Ik vond het gewoon een lekker shirt, ik heb het al een jaar een vier in de kast hangen.” Karin houdt het voor gezien in de tobbe. Ruud doet zijn best haar uit haar dip te halen: “Over een kwartiertje ga ik je lekker masseren, Karin”, zegt hij, als Karin het bad uitstapt.
Verveling
Als Karin weg is, hebben de mannen het over haar gemoedstoestand. Willem: “Toen ze het over China had, leefde ze helemaal op. Ze is gewoon bang om dat boek over China uit te lezen, dan is de herinnering voorbij.” Bart: “Ik zou niet raar opkijken als ze het einde van de week weg is.” Willem: “Ze is met Maurice haar maatje kwijt en dan duurt het erg lang voordat we aan het einde zijn.” De bewoners vervelen zich. Bart heeft dat ook al meegemaakt toen hij in dienst zat. Over Bosnië zegt hij: “Je moet zorgen dat je paraat was maar ook daar duurden de dagen lang. Al hadden we wel televisie en kranten. Er gebeurde verder weinig. We hoorden dan af ten toe dat er iemand was opgepakt, maar dan waren we al twee dagen verder. Dan zat diegene al lang in de gevangenis in Scheveningen.”
De rest van de avond staat in het teken van lezen. Willem en Bart zitten op de bank met hun boek. Karin komt erbij. Ze heeft dan net een massage gehad van Ruud en ze heeft ook nog chocolade over. De mannen doen hun uiterste best het Karin naar de zin te maken.