‘Project X’ noemden we het in het begin. Het eerste idee kwam september 1997 op tafel. We waren met zijn drieën. John de Mol, mijn broer Bart en Paul Romer. Vaak zeg je na een paar maanden over een goed idee: mwa. Nu bleef het. We voelden, we wisten tot in onze tenen: dit is bijzonder. In het middelpunt echte mensen, van wie je normaal op televisie alleen flarden ziet. Mensen die je kan leren kennen. Soap zonder script, onvoorspelbaar en traag. De traagheid neigden we als kracht te zien, omdat het afwijkt van wat dagelijks wordt vertoond. En omdat we aanvoelden: het programma schept zoveel voyeurisme en identificatie dat het lage tempo een voordeel kan zijn.”
Er werden meer mensen bij betrokken. ,,Ons eerste concept ging uit van een programma dat een jaar liep. Dat bleek onhaalbaar, dat kostte 40 miljoen. In die fase zijn we met verschillende zenders in gesprek geweest. Ik zat ook in het team voor de verkoop. Het programma is zo groot dat je het niet via de gebaande paden kan maken. Het kán eigenlijk niet.”
Van stonde aan zat het element van de nominatie (bewoners bepalen wie wordt voorgedragen te vertrekken) in de opzet. ,,Dat is het sterkste soapelement: de gemene twist, het tegengestelde belang, het verraad.” Het mooie is natuurlijk, zegt hij, dat het niet alleen platte soap is. ,,Het heeft twee dimensies. Het soapniveau: hoe praten ze met elkaar, wie-gaat-met-wie, wie-wil-met-wie. Maar ook de psychologie van een groep: hoe mensen onder zulke omstandigheden op elkaar reageren. We hebben veel kritiek gehad van psychologen. De gevaren zouden te groot zijn voor de deelnemers. Daar letten wij in de begeleiding scherp op. Maar ik vind het wonderlijk dat geen énkele psycholoog of student psychologie zich hier heeft gemeld om minutieus studie van het project te maken. Als ik dat vak deed, zou ik geen seconde willen missen. Ik zou hier dag en nacht aanwezig zijn.”