Het is ‘zondag knutseldag’ in het Big Brother-huis. Er wordt druk gewerkt aan de presentjes voor familie en vrienden. Bart maakt een afdruk van zijn hand in gips en Karin fabriceert echte sloffen. Even lijkt het bontje, dat half af is, ook dienst te doen als haarband. Anouk: “Ja, dit is tof, zo’n haarband is helemaal in de mode.” Karin gaat toch voor de sloffen. Later heeft ze inderdaad mooie warme zwarte sloffen gemaakt die lekker zitten. Aan het einde van de middag leest Ruud wat op bed. Anouk doet ook een poging, alleen valt de studente al snel als een blok in slaap.
Piercing
Het menu ’s avonds is friet met appelmoes en een tartaartje. Het is de derde keer dat de bewoners friet eten. De laatste keer was nog met de oude garde. De bewoners zijn stil, ze denken terug aan hun oude BB-vrienden. Ruud: “Het lijkt alweer maanden geleden.” Anouk kijkt naar de foto’s van haar voorgangers die in het huis aan de muur hangen: “Hé op deze foto heeft Sabine een piercing door haar wenkbrauw. Waarom heeft ze die niet meer?” De anderen vertellen dat Sabine die piercing vlak voor dat ze het huis in ging, heeft uitgedaan. Ze had er last van met slapen. Het gesprek gaat verder op de uiterlijk versierselen van de oud-bewoners. Alle dames van de vertrokken garde hadden tatoeages, wel toevallig.
Verplicht Studiosport
Met zijn allen zitten ze al aan tafel. Maurice is wel erg ongedurig. Met zijn vingers trommelt hij op tafel. Bart kan het niet meer aanhoren: “Wat is er Maurice, heb je gisteren peper gegeten? Ben je ook gestopt met roken?” Maurice: “Heb je het niet gemerkt dan? Ik ben al de hele week onrustig.” Willem bedenkt dat er zo meteen Studiosport op tv is. Maurice vraagt: “Moet je thuis altijd Studiosport kijken? Willem: “Als ik thuis ben wel.” Bart: “Ik ook hoor. Mijn vader kijkt en wij kijken altijd mee. Maurice: “Het is eigenlijk verplicht.” Bart: “Nee, ik vind het ook wel leuk. Mijn vader houdt trouwens niet van voetbal, hij is alleen voor Feijenoord. Dat heb ik mijn moeder verteld toen ze 23 jaar getrouwd waren. Ze wist dit niet van mijn vader.”
Buitenaards leven Ruud wil weten wie al eerder op tv is geweest. Anouk: “Ikke. Als figurant in GTST. In een scčne met dat zoontje van Sylvia en met Jeff.” Ze heeft niets gezegd, alleen aan een tafeltje in een ijssalon gezeten. Maar het was ‘heel spannend.’ Na het eten pakt Anouk een stelling uit de blauwe doos voor de verplichte conversatieronde. De stelling luidt: In de volgende eeuw ontmoet de mens buitenaards leven. Karin zegt stellig: “Ik geloof het niet.” Willem: “Ik denk dat er wel wat is maar geen buitenaards leven.” Bart: “Dan hadden we ze in deze eeuw ook al ontmoet.” Willem: “Dat bedoel ik.” De bewoners kunnen het allemaal niet serieus nemen. Karin: “Wie gaat er nu hierover discussiėren?” Anouk houdt zich met andere dingen bezig, ze vindt Bart op de gemene eend Pieter uit Calimero lijken. “Ik ga je voortaan zo noemen, alleen maar om je te fokken. Zo, dat moest ik even kwijt.” Bart is niet boos, het boeit hem niet wat Anouk vindt. Voor de vorm doet hij een snelle ronde ‘buitenaards leven’. Anouk heeft verder geen theorie over buitenaardse wezens: “Laat ze maar komen.” Het lijkt Karin spannend om de ontmoeting mee te maken: “Ik wacht wel af. Het kan nooit erger zijn dan Big Brother.” Maurice besluit filosofisch: “Het lijkt me wel raar dat er alleen op aarde leven is. Dat het heelal oneindig is, is ook onbegrijpelijk. Wij willen altijd een einde zien.”
Ieder zijn ding
De rest van de avond doet ieder zijn ding. De knutselwerken worden afgemaakt. Ruud trekt zich terug in de slaapkamer. Bart ligt in de woonkamer op de bank te slapen, hij mengt zich niet in de groep. Aan het begin van de avond was er een woordenwisseling met Karin. Tegen Anouk zegt hij later: “Vanavond heb ik het gedaan bij ze.” Bart houdt de rest van zijn avond zijn mond. Karin en Maurice trekken zich terug in de slaapkamer, ze kunnen daar wat vrijer spreken.
De avond begint zoals gewoonlijk met knutselen. De bewoners laten de weekopdracht even voor wat het is en ontfermen zich over de cadeautjes voor het thuisfront.
Karin wil vroeg slapen. Als zij naar bed gaat, loopt Maurice met haar mee. Ze gaan nog even samen op bed liggen. Het is lang geleden dat de twee elkaar hebben opgezocht. Nu komt het er eindelijk weer eens van. Als ze diep onder de dekens liggen, lucht Maurice zijn hart. “De laatste paar dagen maakt het me allemaal niets meer uit. Ik vind het hier even leuk als buiten het huis. Maar dat komt ook omdat we nu wat te doen hebben, dan is het al snel beter.” Karin beaamt dit. Vervolgens wijst ze Maurice erop dat de tijd er al bijna opzit. “Nog maar vijf opdrachten.” Maurice: “Het is nu echt zo voorbij. Als ik december haal, ben ik hartstikke blij.” Volgens Karin moet dat geen probleem zijn. Maurice: “Ik denk dat jij best kans maakt voor de 23 december-versie.” Karin nuchter: “We hebben allemaal twintig procent kans.” Toch neemt Maurice dit niet zomaar aan: “Ik ga altijd van het slechtste uit. Dan valt het altijd mee. Gisteravond dacht ik echt van jeetje, wat zit ik hier lang.”
Niet nadenken
Hij zit nu op de praatstoel en blijft aan het woord. “Soms is het wel makkelijker als je niet denkt. De laatste anderhalve week heb ik echt gewoon maar wat gedaan. Ik lijk wat dat betreft toch wel een beetje op mijn vader. Ik ben er nooit helemaal bij met mijn gedachten. Ik heb wel eens dagen dat ik nergens aan denk, wat privé betreft.”
Tussendoor worden ze gestoord door Anouk die wat wil vragen. Het gesprek tussen de twee verstomt als ze de slaapkamer weer heeft verlaten. Uiteindelijk probeert Maurice: “Zo Karin, dus jij hebt een platinaplaat binnen weten te halen. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?” Karin: “Ik heb ontzettend goed gezongen. Zo knap. Ik ben ontdekt in het BB-huis.” Maurice weer: “Goh, hoe ben je daar zo beland?” Karin blijft het antwoord schuldig. Maar even later weet ze wel iets anders te zeggen: “Ik zie Mona nog binnenkomen: ‘Ja, ik kan heel goed zingen’.” De twee beginnen meteen hartelijk te lachen. “Daar moest ik zo om lachen. Ik vind dat je niet meteen moet zeggen dat je bepaalde dingen goed kan. Dat merken we vanzelf wel. Daar moest ik bij haar erg aan wennen.” Maurice: “Ik merk wel dat het met Anouk en Cyrille minder is dan met Mona. Misschien omdat ze dominanter was.”
Uiteindelijk is Karin het zat en wil ze slapen: “Ik gooi jou eruit.” Maurice stapt het bed uit en wenst haar welterusten. “Ik ga zelf ook slapen.” Hij voegt echter niet de daad bij het woord, want als hij de woonkamer inkomt, is het tijd voor een potje kaarten met de mannen. Tot diep in de nacht.