De Telegraaf 12 januari 2009
van onze redactie
AMSTERDAM – Bart Spring in ’t Veld, winnaar van de allereerste Big Brother, gebruikt zijn ervaring met reality-tv voor een interessante serie gesprekken met o.a. ex-Gouden Kooi-bewoners en deelnemers van Can’t buy me love.
Bart vertelt: “Wat ik met de interviews voor de site probeer te doen is een beeld geven van de veranderende televisiewetten als het om reallife-shows gaat, met terugwerkende kracht. Dus ik ben begonnen met het interviewen van deelnemers aan Can’t buy me love, daarna Gouden Kooi-deelnemers, en uiteindelijk komen we bij de eerste Big Brother.”
Wat hij al kan vaststellen is dat er nogal veel veranderd is sinds hij meedeed aan Big Brother, en niet in positieve zin… “De meeste deelnemers doen mee om beroemd te worden, kan niet schelen hoe. Ik vind dat iemand die beroemd is wel iets moet kunnen, maar dat zien zij anders. Ik ben op televisie dus ik ben iemand. Het zijn vaak mensen met beperkte geestelijke vermogens die serieus denken dat de hele wereld op ze zit te wachten. Amanda uit de Gouden Kooi bijvoorbeeld, die kwam weer thuis en denkt nu dat ze harstikke beroemd is. Het feit dat mensen haar keihard uitlachen, lijkt ze niet door te hebben. Ze vindt zichzelf de nieuwe Tatjana… Ik deed indertijd mee om één reden: het geld winnen. Maar doordat ik aan dat programma meedeed en reality-tv geworden is wat het nu is, namelijk tamelijk ordinair, word ik met hen over één kam geschoren. Dat word ik niet heel blij van.”
Volgens Bart ligt het gebrek aan grenzen op de buis niet het kijkerspubliek: “Ik ben ervan overtuigd dat het niet ordinair hoeft te worden om kijkers te trekken. Dat zag je aan Big Brother 1: ontzettend goed bekeken, en de meeste deelnemers waren wat oudere, intelligente mensen. Daarna veranderde de makers van aanpak, en vervolgens daalden de kijkcijfers. In het begin kozen ze mensen die er leuk uitzagen en die goed te koppelen waren aan de rest, nu wordt er vooral gekeken naar wat iemand allemaal bereid is te doen. Wij hadden het echt niet in ons hoofd gehaald om te doen wat je nu allemaal ziet. Wij lieten het allemaal over ons heen komen, nu gaan de deelnemers veel calculerender aan de slag. Ze zetten al hun principes overboord en laten zich helemaal gaan. Dus inmiddels is het ook zo dat de kijkers bloed willen zien.”