Psychologie Magazine 10 november 1999
Als wetenschappelijke psychologisch experiment zou het tv-programma Big Brother van Veronica nooit worden goedgekeurd door welke ethische commissie dan ook. Maar het biedt wel een unieke gelegenheid om de psychologische processen te bestuderen die zich ‘in het wild’ afspelen. Nu eens geen morele of ethische afwegingen, maar een impressie van wat zich in Almere tijdens de eerste fase in sociaal-psychologisch opzicht heeft afgespeeld.
Veronica zendt vanaf half september bijna dagelijks de real life soap Big Brother uit. Al vóór de eerste uitzending is er een groot persspektakel aan voorafgegaan dat, ondanks alle kritiek en natuurlijk ook dankzij de kritiek, alleen maar tot grotere aandacht voor het programma heeft geleid en vermoedelijk ook tot een nog grotere vastberadenheid bij de makers.
Negen mensen laten zich honderd dagen in een huis in Almere opsluiten, waarbij zij zijn verstoken van alle informatie uit de buitenwereld. Zonder televisie, kranten, radio of telefoon zijn zij veroordeeld tot elkaar en wordt hun leven geleid door de opdrachten die de programmamakers, zeg maar Big Brother, verzinnen. Camera’s observeren hen constant in alle ruimtes van het huis, maar de deelnemers weten niet wat uiteindelijk wordt uitgezonden. In de zogenaamde dagboekkamer kunnen de deelnemers voor het oog van de camera een van de bewoners ‘nomineren’ voor uitsluiting van verdere deelname. De kijkers bepalen vervolgens wie van de genomineerden wordt weggestuurd en dit leidde er eind september toe dat Martin moest opstappen. Een andere deelnemer, Tara, is daarna uit eigen beweging weggegaan. Voor haar in de plaats kwam Mona. Degene die door het publiek uiteindelijk het leukst wordt gevonden, strijkt 250.000 gulden op. Het is vooral deze ‘spelregel’ die veel stof heeft doen opwaaien.
Maar wat het publiek ook van het programma vindt, er zijn in de eerste fase wel interessante processen waar te nemen en, als je wat beter kijkt, ook enkele angstaanjagende sociaal-psychologische fenomenen.
Jezelf zijn
Tv-programma’s als Big Brother worden vaak onder de noemer real life tv, gebracht en mogen zich in een toenemende belangstelling verheugen. Televisie is een afspiegeling van de samenleving en stuurt tegelijkertijd ook de ontwikkeling van de omgangsregels tussen mensen. Deelnemers aan dit type programma’s etaleren hun diepste gevoelens, hun zwakheden en onzekerheden. Dit zijn gedragingen die tot voor kort alleen in de beslotenheid van de privé-sfeer van het gezin en enkele intieme vrienden werden vertoond. Sociologen schrijven het uiten van intieme emoties in het openbaar toe aan het informaliseren van menselijke relaties en verhoudingen. Formele omgang maakt plaats voor vrije omgangsvormen. Wij noemen onze baas bij de voornaam, onze kinderen mogen de voornaam van hun juf of meester gebruiken en sommige omroepen spreken de kijker bij voorkeur met ‘je’ aan.
Het is opvallend hoe weinig problemen sommige mensen hebben met het openbaar maken van hun privé-leven. Soms is het uiten van je diepste zielenroerselen in het openbaar zelfs tot regel verheven. In het programma Big Brother is dit ook zichtbaar. Deelnemers die zich in de ogen van anderen minder blootgeven, zijn moeilijker in te schatten. De kans op het verliezen van sympathie is meteen duidelijk aanwezig. Martin werd dan ook om deze reden genomineerd om te vertrekken.
Het lijkt wel alsof je niet jezelf bent wanneer je niet in het openbaar belijdenis doet van je gevoelens en emoties, zoals te pas en te onpas het geval is in de discussies bij Big Brother.
Maar wat is dat eigenlijk, ‘jezelf zijn’? De impliciete theorie die hier naar voren komt, is dat persoonlijkheidskenmerken bepalen hoe iemand zich gedraagt. Men realiseert zich echter niet dat gedrag van mensen vaak meer wordt bepaald door de situatie, door de omstandigheden waarin ze zich bevinden Als ik met mijn zoontje aan bet voetballen ben of muziek maak, met mijn collega’s in een interessant gesprek gewikkeld ben of probeer aan mijn studenten duidelijk te maken hoe de hersenen werken, zijn dit allemaal onderdelen van mijn identiteit, en deze activiteiten of situaties roepen ook verschillende elementen van mijzelf op.
Bij de deelnemers aan Big Brother staan de karaktereigenschappen eerlijkheid en openheid hoog in het vaandel. Dit bleek uit de beschrijvingen die de deelnemers van zichzelf gaven toen zij zich aan het publiek voorstelden, maar ook uit de omschrijvingen van familie en vrienden. Eerlijkheid en openheid zijn sociaal wenselijke kenmerken. Wij schatten onszelf meestal eerlijker en opener in dan we in werkelijkheid zijn. Zo is het in de eerste week opvallend dat niemand ervoor uitkwam wie hij of zij had genomineerd om te vertrekken en waarom. Zelfs een discussie over het onderwerp is door niemand aangezwengeld.
In de ongrijpbare en vreemde situatie waarin deze mensen zichzelf hebben geplaatst, is dit natuurlijk best begrijpelijk: je weet nog niet wat je aan elkaar hebt en bovendien moet je met een aantal van die mensen nog vele dagen en nachten doorbrengen. Maar het inconsequente van de situatie is duidelijk. Eerlijkheid kan dan wel sociaal wenselijk zijn, maar de omstandigheden laten het hier niet toe. Wie zich met groepsdynamica bezighoudt, weet dat deze frictie tussen wenselijkheid en werkelijkheid op de lange termijn tot spanningen binnen een groep kan leiden. De tijd zal leren of dit zich bij Big Brother zal wreken.
Gehoorzaamheid
De invloed van de situatie waarin de deelnemers zich bevinden, wordt dus stelselmatig onderschat. Het is aannemelijk dat deze extreme situatie bij Big Brother nu al (op het moment dat ik dit schrijf, is de serie twee weken aan de gang) voor een belangrijk deel het gedrag van de deelnemers bepaalt. In dergelijke omstandigheden verliezen mensen gaandeweg het zicht op de werkelijkheid, zeker als je verstoken bent van je vertrouwde omgeving, werkzaamheden en activiteiten. Je eigen zekerheden vallen weg, je verliest het referentiekader van waaruit je opereert en het meest belangrijke: je krijgt geen alternatieve informatie meer voorgeschoteld die een ander perspectief biedt en je kijk op de gebeurtenissen kan nuanceren.
De groep en de leider zijn de allesoverheersende werkelijkheid. Dit gebeurt vaak in sektes, maar het fenomeen kwam ook naar voren bij enkele dramatische psychologische experimenten, die overigens op grond van ethische bezwaren niet meer worden uitgevoerd. Zo voerde de Amerikaanse psycholoog Stanley Milgrain begin jaren zestig gehoorzaamheidsexperimenten uit. In het kader van een zogenaamd leerexperiment moesten proefpersonen in de rol van leraar leerlingen stroomstoten toedienen als zij een fout maakten. De ‘leraren’ waren ervan op de hoogte dat bij iedere nieuwe fout het voltage van de stoomstoot werd opgevoerd. Tweederde van de proefpersonen ging tot het bittere eind door met het toedienen van virtueel dodelijke stroomstoten en niemand kwam op het idee eens te kijken hoe het de leertuigen verging. De proefpersonen waren opgelucht toen ze hoorden dat er uiteindelijk niets aan de hand was, maar hadden ook een rechtvaardiging bij de hand: ‘Ik wou stoppen, maar de proefleider zei dat ik door moest gaan.’
De groep, de situatie in het huis, de opdrachten van de programmamaker de opzet van het programma bepaalt het gedrag van de deelnemers aan Big Brother. Het is voor hen de enige werkelijkheid die telt, met wellicht aan het eind van de regenboog de pot met geld. Twee deelnemers spreken hierover in de dagboekkamer. De rechtvaardiging van hun nominaties was gericht op het succes van het programma. ‘Die en die mogen er beslist niet uit, want dat zou niet goed zijn voor het programma.’ Even afgezien van de instructies en regels waaraan de deelnemers zich moeten houden, is dit hoogst opmerkelijk. Deze deelnemers identificeren zich met het succes van het programma, net zoals de proefpersonen van Milgram gehoorzaam waren aan de proefleider en het experiment niet wilden laten mislukken.
Het samenspel der factoren
Zouden de deelnemers aan Big Brother nog wel weten dat zij weg kunnen gaan? Een persoon had dat in ieder geval nog wel in de gaten, maar zij voelde zich al vanaf het begin eigenlijk niet op haar gemak in de groep. Overigens, waarom is niemand van de genomineerden meteen weggegaan, daarmee de eer aan zichzelf houdend? Waarom laat je dat afhangen van het oordeel van het publiek? In het Westen zijn wij zijn toch immers van die autonome wezens die zelf bepalen hoe we ons leven inrichten? Nee dus. Op de een of andere manier is de situatie zo dwingend dat mensen zich er volledig aan uitleveren. Zo nam Tara pas de beslissing om zelf weg te gaan, nadat Martin was weggestuurd.
De deelnemers zijn in het algemeen erg gehoorzaam en braaf. Als makke schapen gaan ze naar de dagboekkamer als Big Brother dat sommeert, omdat ze iets hebben uitgespookt dat niet mag. Niemand komt ook maar op het idee om te weigeren, niemand gooit de kont tegen de krib. Iedereen volgt de rigide regels op. Waarom mag je niet in de camera’s praten? Iedereen weet toch dat ze er zijn. Net als bij de experimenten van Milgram, zie je een bijna angstaanjagende gehoorzaamheid. Toch zou het helemaal niet moeilijk moeten zijn om ongehoorzaam te zijn. De programmamakers zijn immers volkomen afhankelijk van de bewoners. Waarom stellen zij de regels niet ter discussie? Waarom kruipen zij haast in het stof voor extra drank om een verjaardag te vieren? Tot op heden heeft men er blijkbaar nog niet over nagedacht om in discussie te gaan met Big Brother of om de boel eens te saboteren. Men is absoluut gehoorzaam aan de makers en de regels en opzet van het programma, terwijl daar eigenlijk geen reden voor is als je er van een afstand naar kijkt.
Je kunt in deze fase al zien dat er verschillende sociaal-psychologische elementen herkenbaar zijn in Big Brother. In dit niet zomaar onschuldige amusementsspelletje, waarbij de regels zeer eenzijdig door de makers zijn bepaald, kunnen mensen gedrag gaan vertonen waar zij later spijt van hebben. Mocht dit het geval zijn, dan mogen de kijkers niet vergeten dat dat gedrag door een ingewikkeld samenspel van factoren is veroorzaakt: door het allesoverheersende karakter van de situatie, door het gezamenlijke verlies van het perspectief op de werkelijkheid, door de autoritaire gezagsverhoudingen tussen Big Brother en de deelnemers en door de groepsnormen die in de loop van het programma in en door de groep zijn ontwikkeld.
U bent gewaarschuwd.