Bart weer vroeg op
Bij het eerste straaltje daglicht staat Bart al weer naast zijn bed. Nu hij gisteren heeft gehoord dat het wordt gewaardeerd dat hij altijd brood bakt, kan hij zich niet laten kennen. Om half negen staat hij deeg te kneden. Iedereen komt even bij hem kijken (Maurice en Ruud gaan zelfs nog douchen), maar uiteindelijk belanden ze allemaal weer in bed.
Hunnenbedden onder water
De vrijdagmiddag spenderen de bewoners aan huishoudelijke taken. Zo worden het aquarium schoongemaakt – compleet met twee ‘hunnenbedjes’ van steen – de afwas en de was gedaan en het huis een beetje opgeruimd. De afgelopen weken hebben de bewoners al meer dan eens aangegeven dat het met zijn vijven allemaal vanzelf ging. Iedereen had volgens hen een eigen taak. Na het vertrek van Anouk lijkt dit weer helemaal terug te zijn. Ook moet nog even tussendoor fotosessie worden gehouden voor de Veronica-gids. De bewoners krijgen een camera en gaan bij elkaar zitten zodat de zelfontspanner zijn werk kan doen. Karin ligt in de gietijzeren badkuip en de mannen staan er omheen, een grappig plaatje.
Eenzame nacht
Iedereen hangt wat rond op de bank als Ruud vertelt dat hij opkeek tegen zijn eerste nacht in het huis. Het bed leek hem erg groot, zo alleen onder de dekens. De schoonmaakwoede zet verder door. Bart en Maurice ruimen hun slaapkamer op. Bart pakt zijn koffer maar weer uit: “Jeetje, heb ik tien boxershorts mee? Zal mijn broer er wel een paar missen.” Hij schakelt over op een ander onderwerp: “Ik ben benieuwd hoe bijdehand we volgende week weer tegen Rolf Wouters kunnen doen.”
Uitgeluld
Voor het eten komt Big Brother met een nieuw tijdverdrijf: de ‘hot chair’. Iemand neemt plaats op een stoel en anderen vertellen diegene op een opbouwende manier zijn of haar hebbelijkheden en onhebbelijkheden. Als Big Brother vindt dat het spel goed is uitgevoerd, mag de persoon op de stoel een cadeautje uit de Verwenkast pakken. Willem ziet het niet zo zitten: “Wij zijn toch al uitgeluld. We weten alles van elkaar. Als ze hier nu een paar weken geleden mee waren gekomen, had je vuurwerk gehad. Maar nu denk ik niet dat er veel uit komt.”
Vrijdagavond liggen Karin, Maurice en Willem op de bank terwijl Bart en Ruud buiten een balletje trappen. Karin zegt: “Vandaag over drie weken is één van ons ook weer thuis. Dat wordt Bart, Maurice of ik.” Willem vraagt: “Waarom denk je dat?” Maurice: “Als het om Bart en mij gaat, moet ik er uit.” Willem zegt: “Ik denk dat die kwart ton al is verdeeld.” Daarmee doelt hij op Ruud. Maurice denkt dat Willem en Karin een goede kans maken. Ze speculeren over de winnaar. Ruud maakt de meeste kans, al worden Maurice, Karin en Willem ook niet uitgesloten. Uithouden doen ze het nu allemaal, daar zijn ze het over eens.
Ze hebben het verder over Bart. Karin: “Hij wil altijd gelijk hebben.” Maurice: Maar hij heeft wel veel gelezen.” Willem is niet onder de indruk van de kennis van Bart: “Dat wil hij toepassen en dan raakt het kant nog wal.” Karin: “Dat vind ik juist schattig. Op sommige vlakken is hij zijn leeftijd ver vooruit en op andere vlakken is het nog een kind. Bart heeft veel capaciteiten.”
Honden
Ruud en Bart komen helemaal buiten adem binnen van het voetballen. Bart doet zijn shirt uit en zit aan zijn tepelpiercing. Karin krijgt hier de kriebels van. “Is dat van zilver?” Bart: “Nee, dat is titanium, behalve het bolletje, dat is een mineraal.” Ruud heeft buiten een oorbel van Karin gevonden. Ze had het sieraad nog niet gemist. De meeste bewoners willen zo naar bed. Karin: “Alleen nog even de hond uit laten.” Karin vertelt over haar hond een retriever. Ze mist het dier wel. “Je moet een hond nemen voor jezelf, niet voor de kinderen.” Het gaat over het afmaken van dieren. Karin wilde bij het afmaken van haar vorige hond zijn. “Reuk is het laatste wat honden verliezen als ze sterven. Ik had mijn handen voor zijn neus, dan kon hij mij tot het laatste moment nog ruiken.” Ruud kon het niet aan bij zijn hond: “Dat beest heeft twaalf jaar naast je gelegen.”
Verschillende kanten
Later praten Willem en Maurice nog wat na in bed. Over hun vakanties. En over de relatie van Maurice. Maurice kan zich van de toekomst nog geen voorstelling maken: “Het is anders als je in het buitenland zit. Dan spreek je elkaar nog. Misschien is zij al tegen een ander opgelopen.” Maurice zegt over zijn verschillende kanten: “Ik moet mezelf nog leren kennen. De ene dag zie ik er pico bello uit voor mijn werk en de andere dag loop ik in mijn oude kloffie rond. Dat ben ik allebei.” Ondertussen komt Karin de slaapkamer binnen. Dekbedden en dekens worden gebruikt om de kou in de slaapkamer tegen te houden. Karin gaat in bed verder met haar boek. De mannen hebben het erover dat je geld maar één keer kan uitgeven. Maurice: “Als ik het niet win, dat geld, zal het zo moeten zijn. Sommige omstandigheden heb je gewoon niet in de hand.” Het gesprek verstomt in de herenslaapkamer. In de woonkamer praten Bart en Ruud. Die laatste heeft het over zijn dipje van de afgelopen dagen: “Niemand kan honderd dagen op zijn best zijn, al zou je dat willen.” Het nomineren gaat de beide heren steeds makkelijker af. Ruud: “De vraag is met wie je over wilt blijven. Met wie kan ik het de laatste week gezellig maken? Dat is voor mij een makkelijke keuze.”