BN/DeStem 6 november 1999
Door Cees Maas
Journalisten zijn gek op Big Brother. Bijna alle Nederlandse kranten besteden bijna dagelijks aandacht aan de grote goudviskom in Almere. Psychologen en ethici hebben ineens iets te doen. Ze worden door de media ingehuurd om beschouwingen te leveren.
Grofweg kun je de productie van de journalisten onderverdelen in drie categoriëen. De eerste valt onder de noemer moderne sprookjes. Dat zijn de verhalen waarin de bewoners op de voet worden gevolgd. Je leest over Sabine zonder achternaam die weg moet en seks had met Bart zonder achternaam.
Vaak lees je in deze stukken dingen die je al wel de avond ervoor op tv hebt gezien. Maar veel mensen vinden dat niet erg. Die lezen ook nog graag in de krant een voetbalwedstrijd na, waar ze een dag eerder op tv naar hebben gekeken.Categorie nummer twee is die van de recensenten. De journalisten die er een mening op plakken. De commentaarschijvers. Die vinden het meestal niks. BB is leeg, onnozel vermaak en een gigantische luchtbel die ingekleurd en opgeblazen door Veronica aan het volk wordt vertoond. De deelnemers zijn dom en de kijkers die dat allemaal gadeslaan eigenlijk ook. Dat vinden die journalisten. Veel van hen zeggen nooit te kijken. Dan heb je categorie nummer drie, de meerderheid van de journalisten. Zij nemen waar en beschrijven de randverschijnselen. Ze huren psychologen en ethici in en ze lezen alle stukken nauwgezet, ook die van de journalisten uit andere categorieën.
De journalistiek rond BB heeft vreemde vormen aangenomen. Het lijkt verdacht veel op het prachtige boek ‘1984’ van Georges Orwell waaruit de titel Big Brother is gepikt. De journalisten in dat boek zijn in dienst van het ‘Ministry of Truth’, waar van elke verbeelding waarheid wordt gemaakt.