Stil in mij
Vandaag worden de bewoners gewekt met de klanken van ‘Stil in mij’. Het liedje is van Van Dik Hout en als Bart iets leuk vindt, dan is dat deze Nederlandstalige groep wel. Binnen de kortste keren staat hij dan ook naast zijn bed. Een betere manier om wakker te worden, kan hij haast niet bedenken. Hij wordt er helemaal vrolijk van. Het liedje blijft de rest van de ochtend bij de bewoners hangen. Maurice en Willem zijn met het ontbijt bezig. Bart tegen Maurice: “Dat was goede muziek om wakker mee te worden.” Maurice: “Zeker weten, ik ben wel eens naar een optreden van hun geweest.”
Ruud heeft zin om het bad in de tuin uit te proberen en vult hem alvast met water. Hij kan bijna niet wachten. De rest bekommert zich er nog niet echt om. De puzzelverslaving is sterker. Hij laat het er echter niet bij zitten. Bij het ontbijt vertelt hij hoe hij zich verheugt op het warme bad.
42 graden
Maurice: “Ik heb een keer in een bad van 42 graden gezeten.” Maar het moet niet te warm, is de algemene mening. Willem: “Nee, dan krijg je een dikke rode harses.” Ruud: “Weet je wat ook lekker is; eerst sporten, bijvoorbeeld fietsen, dan een koude douche en dan in het bad.” Toch moet Ruud nog even wachten. De watertemperatuur staat nog op elf graden. Ruud: “Ik ga er twee uur in zitten.” Willem: “Het mag wel langer hoor.” Ruud: “Dat lijkt mij niet verstandig, dan kom ik er uit als een roodhuidje.”
Karin is ondertussen het hele overzicht van de puzzel kwijt. “Ik zie het allemaal niet meer.” Om enige structuur aan te brengen, legt zij stukje voor stukje, in een voor haar logische volgorde, op een witte ondergrond. Een heel werkje, maar je moet er wat voor doen om de weekopdracht succesvol af te sluiten.
Puzzel de puzzel de puzzel
Ja, ze doen niet anders. Alleen Maurice heeft een ander tijdverdrijf, hij bakt brood. De eerste tekenen van wanhoop komen naar boven. Karin worstelt met haar puzzelstukjes: “Ze blijven wel vast zitten. Alleen niet goed.” En Willem heeft psychische nood: “Is de psychiater er vanavond ook?”
Lekker lauw
De mannen hebben genoeg van het puzzelen en vullen het bad. Ze willen er vandaag nog in. Bart maant ze: “Jongens het bad moet warm worden. Hout, hout, hout.” Maurice, Willem en Ruud hakken wat hout en gooien het in de kachel. Bart steekt zijn arm in het water. Even voelen. Kunnen ze er al in? Bart: “Het is lekker lauw jongens. Het fikt al lekker. We kunnen er zo in. Gaaf joh.” Ze zijn helemaal blij als ze merken dat het water al 14 graden is. Maar Willem vraagt zich af: “Als het eenmaal warm genoeg is, hoe hou je het constant?” Volgens Ruud gooi je gewoon wat koud water bij en volgens Bart stop je de houttoevoer. Volgens de gebruiksaanwijzing hebben ze allebei gelijk.
Vooruitziende blik?
Terwijl Willem kookt, turen Bart en Ruud in de tobbe. Alsof het water er sneller warm van wordt. Ruud brengt tussentijds verslag: “Het is al 26 graden.” Na het eten trekt Karin haar badpak aan. (Had Karin een vooruitziend blik?) Ze wil de tobbe uitproberen, maar aarzelt. Bart stuift haar al voorbij en springt als eerste de tobbe in. De anderen volgen gauw.
Mol (Albert?)
Karin hoort dat er een mol in de tuin zit. Karin: “Hebben we echt een mol in de tuin?” De heren knikken en bevestigen dit luidruchtig. Als Karin eindelijk overtuigd is, komt ze tot de slotsom dat de mol op de muizen afkomt, die dus ook ergens rond moeten lopen. Bart zegt om na een uurtje tobben: “We moeten eruit, anders worden we te rood.” In de tobbe hebben de bewoners namelijk een aromatherapeutisch middel opgelost, wat na twee uur rood afgeeft. Ruud is het hier niet mee eens. Volgens hem zijn de twee uur nog niet voorbij.
Verrassing
Big Brother heeft nog een verrassing voor de bewoners, ze krijgen een fles wijn voor in de tobbe. De puzzel lijkt compleet vergeten. Bart was er als eerste in en is nu als eerste uit. Terwijl zijn huisgenoten gezellig in de tobbe aan hun wijntje nippen, stort hij zich op het puzzelen.
Uiteindelijk is iedereen uit de tobbe. Karin en Willem zitten als echte die-hards aan de puzzeltafel. Op de achtergrond zijn vaag wat geluiden van de anderen te horen. Bart ligt languit op een bank. Karin kan niet goed zien, of de puzzelstukjes, die zij aanlegt wel passen en vraagt hem om bijstand. Willem kijkt mee, maar als hij het niet meer ziet zitten, verlaat hij de tafel. Even later komen Ruud en Maurice de gelederen versterken. Als Maurice melk pakt, denkt hij dat deze zuur is. Ruud en Karin proeven ook, maar hebben zo hun eigen idee over de melk. Na enige tijd verlaat Karin de tafel en neemt Bart haar plaats in. Samen puzzelen ze verder, terwijl de anderen naar bed gaan. In de slaapkamer kruipen Karin en Maurice bij elkaar onder de deken en liggen tot diep in de nacht te smoezen.