BN/DeStem 30 november 1999
Door Frank Timmers
Het kon niet uitblijven. De eerste cd-single over Ruud ligt in de schappen van de Bredase platenzaken. Niet gek dat dit initiatief uit de directe omgeving van de thuishaven van Ruud komt. Als ze in Haarlem marsepeinen ‘Ruudjes’ kunnen fabriceren, dan mag de (eerste?) echte Ruud-song best uit Prinsenbeek komen.
Het idee is simpel, de tekst en melodie ook. Maar zo zijn er meer hits geboren. Het bandje The Clips uit Prinsenbeek zingt het volgende: Ruudje, Ruudje, Ruudje is oké. Met zijn blonde haar en vuile praat op de tv. Maar wij die hard Big Brotherfans zitten daar niet mee. Want Ruudje Ruudje Ruudje is oké. En dan volgt Hé hé hé hé hup NAC.
Natuurlijk ontbreekt de stem van Ruud niet op de cd. Tenminste, één van de zangers probeert hem te imiteren. Ook al niet orgineel want op de radio, op het werk en op meer plekken gebeurt dat. Paul de Leeuw heeft er zelfs succes mee. Deze namaak Ruud praat over ‘de hand aan zichzelf slaan’, ‘maatjes’, ‘ik ben er klaar voor’, ‘weet je’ en natuurlijk ‘potverdikkie’.
De eerste opname circuleert op minidisc al door de Bredase binnenstad. Bij de stamkroeg van Ruud, De Bommel, hebben ze hem ook. De klanken die tot een polonaise uitnodigen, zijn echter voorlopig in De Bommel niet te horen. “We draaien hem niet”, zegt barkeeper Edwin. “Over de rug van Ruud willen we niks ondernemen. Tenzij hij het goed vindt, maar we kunnen Ruud niet raadplegen.”
De zangers van het lied hopen net als de vrienden uit De Bommel dat Ruud het lied pas in het nieuwe jaar hoort. Zij eindigen de in hun oren potentiële hit met Hij mag nog niet naar huis, nog lange niet, nog lange niet.