Het is weer vroeg
In alle vroegte staat Bart op. Hij is alweer de eerste die wakker is. En dat terwijl hij gisteravond als langste opbleef. Rond half acht staat ook Willem op. Hij neemt een banaan en daarna een warme douche. Toch houdt hij het niet lang vol. Binnen een half uur ligt hij weer in bed. Bart gaat brood bakken net zoals gisterochtend.
Bart slaat aan het dichten. Tenminste dat probeert hij. De inspiratie laat het echter afweten. Als hij merkt dat het toch niks wordt, besluit hij een douche te nemen. Hij douchet, scheert zich en poetst zijn tanden. Dit alles zonder dat een van zijn huisgenoten wakker wordt. Om een uur of tien kan hij er niet meer tegen. Zijn broodjes zijn klaar en hij dekt de tafel, om hierna de vrouwen te wekken. “Er is nu lekker warm brood. Willen jullie aan tafel of in bed eten?” Anouk laat het zich niet twee maal zeggen, ze springt meteen uit bed en doet het door Bart voorbereide ontbijt eer aan. Even later schuift ook Karin aan tafel. Bart legt ze een raadseltje voor. Deze heeft hij al eerder op de ochtend aan Big Brother voorgelegd. Raadsel luidt als volgt: ‘In het begin was het er niet maar dat duurde niet lang. Daarna is het altijd geweest en het zal altijd er zijn. Slaapverwekkend, opwindend, wereldwijd. Het is iets dat je oude mensen benijdt.’ Anouk en Karin buigen zich over het raadseltje. Het duurt even, maar dan weet Anouk het: “Geschiedenis.” Nou Big Brother hoeft zijn hoofd hier niet meer over te breken.
Standje
Anouk komt terug van dagboekkamer. Ze heeft een standje van Big Brother gekregen. Bij het inpakken van de Sinterklaascadeautjes zijn ze stout geweest. Ze hebben gesnoept. Op zich geen probleem, maar deze snoepjes waren voor de kindertjes. Met een klein stemmetje brengt Anouk verslag uit van haar onderonsje met Big Brother: “We mogen niet meer van de snoepjes eten. Ze waren teleurgesteld.” Karin, Bart en Maurice reageren laconiek. Bart: “Is ook niet slim van ze. Je geeft toch niet zo veel snoep aan mensen die al een tijdje zonder zitten?”
Karin en Anouk leggen Maurice het raadsel van Bart voor. Maurice oppert: “Fantasie”. Bart glimlacht geringschattend. Het is toch zo simpel. Vindt hij. Maurice is een beetje pissig. Als Bart wegloopt, fluistert Anouk Maurice het antwoord toe. Maurice is ontevreden over de oplossing: “Geschiedenis vind ik niet slaapverwekkend. Zo kan ik er nog wel een paar verzinnen.” Karin kan het niet laten hem te jennen: “Nou, doe niet zo obstinaat. Je lijkt Bart wel.”
De bewoners zijn niet aardig voor Anouk op de avond die haar laatste in het huis kan zijn. Terwijl zij er iets leuks van probeert te maken, steekt de rest de draak met haar. Bart stelt voor om het eens samen te doen. Als de rest ontdekt dat hij het over seks heeft, vliegen de schunnige opmerkingen door de woonkamer. Anouk weigert echter pertinent. “Ik ga mijn boek lezen, dat vind ik veel interessanter.” Als Anouk al op bed ligt, blijven de flauwe grappen elkaar opvolgen. “Het niveau stijgt weer hier”, stelt Karin.
Een kwartier later besluit Bart op aanraden van Maurice om Anouk nog meer te pesten. De twee zitten naast elkaar op de bank en Bart begint net, voor de grap, intiem met hem te worden. Maurice stelt voor dat hij beter Anouk kan lastigvallen: “Ga maar naar Anouk toe. Als ze niet vrijwillig wilt, doe je het maar onder dwang.” Bart springt op van de bank en haalt zijn ‘Scream’-masker. Daarna slaat hij zijn dekbedhoes om (terwijl iedereen hem tips geeft hoe hij dit het beste kan doen) en loopt naar de tuin toe. “We willen een ontzettende doordringende krijs horen”, roept Karin hem na. Eerst rent Bart een eindje door de tuin, dan stapt hij spookachtig naar de kamer van Anouk om haar te laten schrikken. Maurice en Karin lopen achter hem aan. Willem en Ruud blijven achter. Anouk blijkt echter niet geintimideerd door de ‘aanval’ van Bart.
Vier jaar geen seks
“Die is wel wat gewend hoor, studenten”, luidt het nuchtere commentaar van Willem. Ruud: “Studenten kunnen wel feesten.” Willem: “Beesten, animals!” En dan zachter over Anouk: “Ruud, vier jaar geen…” Ruud: “Ik weet niet of ik dat nu moet geloven.” Willem: “Ik geloof het wel, waarom zou je er over liegen?” Na deze vraag staart Ruud serieus in de verte. “Ergens kan ik dat wel respecteren”, zegt hij als eerste en daarna: “Ik wou dat ik dat ook kon.” Maar op de vraag van Willem ‘waarom’, kan hij slechts onhoorbaar mompelen: “Het is heel persoonlijk.”
Als Bart, Karin en Maurice terug zijn wil Ruud weten hoe het is gegaan: “Schrok ze?” Bart: “Een beetje.” Waarop Ruud roept: “Dat hadden we bij Mona moeten doen.” Bart: “Dan was ze hier tussen zes planken weggegaan.”
Daarna zet Ruud het enge masker van Bart op. Zijn medebewoners complimenteren hem met zijn nieuwe ‘look’. Willem: “Je wordt er knapper op.” Karin: “Ja, je bent een stuk minder eng. Ik ben blij dat je hem hebt opgezet.” Ruud is ‘blij’ met deze positieve woorden. “Ik heb weer zelfvertrouwen”, roept hij uit.
Geen spijt
Na Anouk is Karin de tweede die op bed gaat liggen. Ruud en Willem gaan nog even tafeltennissen. Maurice wil liever meteen kaarten, zodat hij vroeg kan gaan slapen. Willem wil hier in het begin echter niets van weten: “Kaarten begint altijd pas om twaalf uur.” Uiteindelijk schikt hij toch een beetje in. In de slaapkamer vat Anouk haar verblijf samen: “Het is maar goed dat het allemaal zo snel is gegaan in het begin, want als je lang moet nadenken of je hieraan mee wilt doen, dan doe je het niet. Maar ik heb er geen spijt van en dat zal ik ook wel niet krijgen. Ik vind het te gek dat ik jullie heb leren kennen.”
Mannentijd
Als iedereen het tafeltenissen beu is, wordt het tijd om te kaarten. De vier mannen verzamelen zich rond de tafel. Het is weer mannentijd. Ze praten erover om in de toekomst een keer met z’n vieren in een plattelandskroeg aan de bar te gaan zitten. Vooral Maurice en Bart zien dit wel zitten. Maurice: “Kunnen we een tent meenemen.” Bart: “En een muur van kratten om ons heen bouwen.” En dan weer Maurice: “En dan doorzakken tot een uur of zes.” Bart: “Nemen we een cd-tje mee van Deep Purple, die we de hele nacht draaien. En nog een van Led Zeppelin.” Bij het kaarten is het onderhand traditie dat er wordt gegeten. Dit keer wordt het een banaan. “Super”, zegt Bart op zijn Duits. Iedereen is het er over eens dat dit een rottaal is, desondanks tracht iedereen een woordje Duits te spreken.
Als het gesprek op de nominatie van Bart en Anouk komt, besluit iedereen dat Bart in het huis blijft. Maurice: “We kunnen in ieder geval nu nog een weekje of twee voetballen met zijn vieren.” Bart vult hem aan: “En hartenjagen en Karin pesten.” Ruud: “Heeft zij weer een uitzonderingspositie.”