Algemeen Dagblad 12 oktober 1999
Door Jaap van Ginneken.
Wat we de afgelopen week in Big Brother hebben gezien, is de triomf van Mona. Mona, de vervangster van Tara als Amsterdamse. Maar Mona is volks en zelfs een beetje ordinair, Tara was nukkig en een tikje pretentieus, de anderen zijn gemiddeld en nogal conventioneel. Allen leven bij ons nationale motto. Dat immers niet ‘Je Maintiendrai’ luidt maar Dé Em Gé, ofwel Doe Maar Gewoon.
Mona is als laatste binnengekomen en was bang om als eerste weer weggestuurd te worden. Maar dat gevaar lijkt voor haar geweken. Ze heeft zich in een week tijd handig in de gesloten groep binnengewerkt. Ze is dan ook wel wat gewend, werkt in een bar, is tamelijk extravert en sociaal vaardig, kan wel met lastige situaties en querulante mensen omgaan.
Als amateur-dichteres en liefhebster van Nederlandse muziek stelde zij als eerste voor om samen een Big Brother song te schrijven. In de traditionele vrouwenrol strotte zij zich daarna zonder reserves op veel koffiezetten en koken, veel wassen en strijken, veel stofzuigen en boenen. Daarmee wierp ze zich op als moeder, oudere zus, stoffelijke verzorgster.
Ze sloeg vervolgens methodisch bruggetjes naar mensen die al centraler in de groep geplaatst waren. Allereerst naar Ruud De Vader, oudere broer, geestelijk verzorger. Door aan te bieden hem te masseren: hij die steeds alle anderen masseerde. Tegelijk praatte ze over haar eigen rugklachten, en zorgde ervoor dat ze zelf ook aan de beurt kwam.
Vervolgens sloeg ze een bruggetje naar Sabine ‘van Bart’. Eerst had ze zich er helemaal alleen over beklaagd dat anderen achter haar rug smoesden. Later zette ze samen met Sabine frontaal de aanval in op Karin, en haar misplaatste humor. Daarmee brak ze in het vrouwenfront in, dong naar een kernpositie en marginaliseerde anderen.
Haar nieuwe sleutelpositie werd duidelijk bij de landing van de para’s van de concurrerende zender SBS 6, en haar emotionele; ‘He, wat krijgen we nou?’ Enkele dagen was ze lang voor de anderen naar bed gegaan, omdat ze zich nog altijd buitengesloten voelde. Nu vormde ze letterlijk het middelpunt van de groep, bij hun oproep vanuit de ‘dagboekkamer’ om dat ‘nooit meer te doen’.
Mona is ’there to stay’.