Menu Sluiten

Wie het kleine niet eert,…

Vooruit rekenen
Willem en Ruud zitten in de eerste ochtenduren bij het vuur. Willem vraagt zich af wie de Kerstdagen in het huis zullen doorbrengen. Ruud rekent voor dat het laatste vertrek op 23 december zal zijn, zodat er met de kerst nog drie mensen zullen zijn. Beide mannen lijken zichzelf te zien als overblijvers voor de laatste week en bedenken wat ze gaan doen als ze het geld winnen. Ruud wil graag het geld gebruiken voor een hypotheek terwijl Willem z’n ouders een auto of camper cadeau wil doen. Vrienden, vakantie of een feestje staan ook hoog genoteerd op het uitgavenlijstje. Willem: “We zouden zelfs het geld onder de laatste drie kunnen verdelen. Als ik het geld zou winnen, zou ik het niet raar vinden om jou bijvoorbeeld ƒ 10.000,- te geven. Als winnaar houd je dan altijd nog zo’n ƒ160.000,- over.”

Als iedereen nog in diepe rust is, houden Ruud en Willem dinsdagochtend de wacht bij de vuurkorf. De campinggevoelens komen al snel naar boven. Ruud krijgt beelden door van borrelnootjes, chips en een kratje bier. Hij zit nu alleen bij het vuur. Even na half tien wordt de wacht overgenomen door Willem. Ruud kan echter niet lang zonder de knetterende weekopdracht en zit al weer snel rond het vuur.

Wisseldiensten

Tijdens de wacht wordt er flink hout gehakt. Pas om half twaalf ontwaken Maurice, Karin en Bart. De drie zijn door Willem gewekt. Vooral Karin schrikt van het tijdstip. Toch was de lange nachtrust noodzakelijk met deze wisseldiensten. Ook Willem heeft een slapeloze nacht gehad: “Ik heb misschien maar anderhalf uur geslapen. Ik ben tot zes uur wakker geweest.” Een paar uur later moest hij het vuur al weer bewaken. Karin kijkt hem aan en vraagt of hij dit meent. “Dan ga je toch zo naar bed”, is haar advies. Willem knikt: “Ja, ik ga ook zo slapen.” Een half uur later voegt Willem evenals Ruud de daad bij het woord en vertrekt naar de slaapkamer.

Karin en Maurice bekommeren zich niet zo over de vuurkorf, dus gaat Bart maar naar buiten toe. Hij heeft wat moeite met het houthakken. De bijl blijft steken in de stronk maar met enkele harde klappen klieft Bart het hout doormidden. Hij bekijkt de korf even en gaat verder met zagen. De vlammen zijn nog net zichtbaar. De bijl lijkt bot en Bart slijpt hem op een steen. Hij houdt het even voor gezien en loopt naar binnen om zijn boek van Shakespeare te halen. Maurice vraagt lachend: “Shakespeare in het vuur?” “Ja”, roept Bart en maakt een beweging alsof hij papier scheurt. “Velletje voor velletje.”

Geradbraakt

Pas rond half vijf wordt Willem wakker. Hij voelt zich helemaal geradbraakt. Karin: “Blijf dan nog even liggen.” Willem wil niet. “Ik verkleed me ook niet meer deze week. Ik heb me vanochtend gedoucht, maar ik ruik nog steeds naar rook.” Karin: “Ja, het gaat in al je kleren zitten. Hierdoor blijf je aan de gang met wassen.”

Het is dag 76. De bewoners willen iets bijzonders doen vanavond, omdat circa tweederde van hun tijd in het huis er op zit. Big Brother stemt er mee in. Dan moeten zij wel met een goed voorstel komen. In het kader van ‘voor wat hoort wat’. Ruud wil een goede film hebben. Volgens Willem snapt niemand het. “Er moet iets tegenover staan”, verduidelijkt hij. “Wij krijgen lamskoteletjes van hun en zij krijgen onze visjes die wij vanavond gaan eten.” Uiteindelijk besluiten ze al hun visjes af te staan in ruil voor een filmpje.

Big Brother heeft echter een ander plan bedacht. Hij stelt voor om alle dekbedhoezen van de bewoners te wassen. Hoewel Karin, Willem en Maurice in het begin enthousiast reageren op dit voorstel, doen zij er toch lacherig over. Vooral omdat Karin vandaag net de hoezen heeft gewassen. Willem: “Wij willen liever onder vieze lakens slapen. Dat is back to basic.”

Hamburgers

Dan komt Big Brother met een nieuw voorstel. Zij mogen kiezen tussen de wasbeurt of onbeperkt hamburgers eten. De keus moet wel unaniem zijn. Niet snel daarna besluit iedereen voor de hamburgers te gaan. Karin is niet zo enthousiast, maar dat heeft meer met de kou te maken. Ze heeft lang buiten gezeten en heeft het daardoor zo koud gekregen dat ze eigenlijk nergens zin in heeft. Maar uiteindelijk worden het dus hamburgers. Niet veel later staan in de dagboekkamer maaltijden met patat, hamburgers, milkshakes en cola klaar. De bewoners weten niet hoe snel ze dit moeten opeten. Vooral Bart schrokt het naar binnen. “Wij zijn natuurlijk de hoofdrolspelers. Mogen wij ook eens worden beloond”, zegt Ruud tussen het eten door.

Na het eten is het tijd voor een stelling. Maurice loopt naar de kist om er een uit te kiezen. “Zinloos geweld, hebben we die niet al een keer gehad?”, vraagt hij aan de groep. Karin: “Ja, dat staat op tafel”, doelend op al het afval en restjes van het eten dat over de hele tafel is verspreid. Ruud en Karin hebben geen zin in de stelling. Ruud: “We hebben lekker gegeten, dan heb ik geen zin in die flauwekul.” Iedereen lacht een beetje, maar eigenlijk heeft niemand zin. Geen stelling dus vandaag. Na het eten ligt iedereen uitgebreid op de bank uit te buiken.

Scheiding

Ruud combineert plicht met het aangename. Hij neemt zijn gitaar mee naar buiten en pingelt er wat op terwijl hij de wacht houdt bij het vuur. Bart fluit ter begeleiding. Ondertussen hebben Willem en Karin een goed gesprek. Willems scheiding komt ter sprake. Willem: “Als ik er over droom, zie ik ons niet meer als een geheel. Zij houdt zich met haar dingen bezig en ik met de mijne. Ik denk niet meer in termen van samen zijn. Ik ben meer bezig met haar verhuizing.” Nadenkend kijkt hij voor zich uit. Even later: “Of ik er in geloof of niet, het deed me wel goed toen met die tarotkaarten.” Cyrille had kaarten voor hem gelegd en daaruit bleek dat hij zich geen zorgen hoeft te maken over zijn vrouw. Volgens de kaarten is ze een sterke vrouw en het komt allemaal wel goed. En ook Willem staat zijn mannetje wel. Karin: “Ergens geloof ik er wel in. Het bestaat toch al heel lang en Cyrille had iets mystieks. Ze komt voort uit een oude beschaving.” Willem: “Maar toch is ze heel nuchter.”

Willem heeft echt behoefte om zijn hart te luchten. Hij vertelt hoe zijn leven er uit zag: “Ons leven was op zich wel goed samen, maar zij had dingen waar ze niet tevreden over was en ik had die ook bij haar… Twee maanden geleden kon ik er trouwens niet zo nuchter over praten als nu.” Karin begrijpt dat wel: “Dat je hier zit, schept afstand van thuis.” Willem verzucht dan: “Ik wil nog wel een maandje hier blijven.”

Wie het kleine niet eert,…

Het is koud buiten, dus Bart komt binnen een trui halen. Karin biedt hem een van haar aan, die is lekker dik. Bart neemt het niet aan: “Het is zonde, het gaat zo ruiken.” Karin zit daar niet mee: “Ruud heeft er al mee bij het vuur gezeten.” Bart vindt het lief van Karin, maar neemt de trui toch niet aan: “Er kunnen gaten in komen. Die van mij is al zes jaar oud, dus dan maakt het niet uit.” Voordat hij buiten stapt, masseert Bart nog even Karins nek. Karin: “Oh wat ben je koud zeg. Maar dat is niet erg, want ik ben eindelijk een beetje warm.” Willem had graag een groter cadeau voor zijn dochtertje willen maken. Maar Karin is er van overtuigd dat zijn dochter het beertje wel weet te waarderen. Karin: “Het zijn de kleine dingen die het ‘m doen.”

Het houdt niet op. Big Brother blijft ze verwennen, ze krijgen een heel krat bier. De bewoners zijn er een beetje stil van, zo verbaasd zijn ze. Maurice: “Het moet niet gekker worden.” Zo erg schijnt hij het niet te vinden, hij zet als eerste een fles aan zijn mond.

Massage

Ruud geniet van zijn biertje en slaakt dan een zucht: “Toch voel je je lichaam als je zo weinig hebt geslapen. Ik heb wel overdag geslapen maar ik voel me nog moe.” Willem: “En dan slaap je eindelijk, komt Bart binnen. Roept ie heel hard: welterusten. Lig je weer te woelen.”

De dinsdagnacht verloopt rustig als Bart en Willem de eerste wacht houden. Ook de vuurkorf geeft weinig problemen. Bart: “Met die wind is het vuur makkelijk hoog te houden.” Af en toe wordt er hout op het vuur gegooid, maar de heren brengen hun tijd voornamelijk in de keuken door. Aan de keukentafel zit Bart te verven, terwijl Willem aan het voor hem zo vertrouwde aanrecht staat. Een sporadische conversatie, hetzij om de tijd te doden, hetzij om de stilte te verbreken, meer wordt er niet gezegd. Het lijkt alsof de mannen geen echt contact hebben, maar twee vreemden zijn die toevallig een gezamenlijk verleden hebben.

Dan komt de keus van de avond weer ter sprake, schone dekbedden of hamburgers. Karin wilde de dekbedden gewassen. Bart kan Karin wel begrijpen, omdat het uitwassen van de grote lappen textiel veel werk is. Als er een biertje wordt geopend, wordt het gesprek serieuzer. Bart zit een beetje wazig voor zich uit te kijken en brengt de hot chair ter sprake. Willem: “Je weet toch hoe we over jou denken.”