Menu Sluiten

Wie krijgt er nu eigenlijk last van het post BB trauma?

Rotterdams Dagblad 29 december 1999
Door Aly Knol

In vele jaren is er geen televisieprogramma meer zo massaal nationaal over de tong gegaan als Big Brother. Bejubeld is het, verguisd, ontleed door psychologen, bezongen en beschimpt. Vanavond laat (donderdag) is de ontknoping. Wie heeft, achteraf bezien, het gelijk aan zijn/haar kant gehad? Ruud, Bart, Willem en de ex bewoners, Veronica, de verstokte kijker of de expert op het terrein van de intermenselijke verhoudingen? Een terugblik.

Onverantwoord’, ‘plat’, ‘sensationeel’, ‘levensgevaarlijk’. Nog voor er ook maar ààn minuut Big Brother was uitgezonden, had iedereen zijn mening al klaar over de nieuwste tv productie van John de Mol. Vijf maanden voor de aftrap waren er behalve bij Veronica nog nergens voorstanders te vinden. Op z’n best twijfelden mensen of het aardige televisie zou zijn: drie maanden lang een groep van acht mensen volgen, met af en toe uitvallers, dagelijks te zien in hun huis tuin en keukenbezigheden, zonder indringers en zonder afleiding behalve elkaar.

Maar eerder overheerste het gevoel: ‘dit kan niet’. Veertien huisartsen in Almere, de ‘plaats delict’ van Big Brother, distantieerden zich eind mei volledig van het nieuwe programma, ,,waarbij moedwillig mensen worden blootgesteld aan ernstige psychische druk, puur omwille van de verdiensten van de commerciîle omroep”, zoals huisarts V. Kampschçer als woordvoerder van de groep liet weten. Volgens de huisartsen zouden de kijkers nu ,,in werkelijkheid kunnen meemaken hoe iemand psychotisch wordt, of depressief en hoe iemand een medebewoner misbruikt of negeert”.

Heel weldenkend Nederland viel over Big Brother heen. ‘Onverantwoord en onethisch’ oordeelden degenen die het konden weten van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Deelname aan het programma zou ‘post traumatische stress’ teweeg kunnen brengen. ,,Je brengt mensen in een mogelijk gevaarlijke situatie”, vatte prof. dr. Henk van der Molen, voorzitter van het NIP, de risico’s nog eens samen in het dagblad Trouw, nadat hij de eerste twee uitzendingen had gezien.

,,De groepsdynamiek en het volslagen gebrek aan privacy kunnen ertoe leiden dat de deelnemers van zichzelf vervreemd raken en psychisch ziek worden.” ,,Als geheel past de serie”, vervolgde hij, ,,in een samenleving waarin schaamteloosheid wordt geîxploiteerd. Zij past in een reeks programma’s als Sex voor de Buch, Jerry Springer en Taxi, waarin mensen blind gemaakt door de aandacht van de televisie (en in dit geval ook geld), het publiek deelgenoot maken van hun grootste geheimen.” Want daar kwam het volgens Van der Molen op neer: ‘betaalde schaamteloosheid’. In

De Groene Amsterdammer uitte, ruim twee maanden voor de eerste BB aflevering, ook NRC columnist Frits Abrahams, lange jaren Nederlands’ misschien wel meest gerespecteerde tv commentator, al op voorhand zijn afkeer. ‘Uiterst weerzinwekkend’ zou het allemaal worden. De deelnemers zouden zijns inziens ‘absoluut een geestelijke afwijking hebben’.

Abrahams: ,,Veronica zou mensen tegen zichzelf moeten beschermen; de deuren zouden niet opengezet moeten worden voor potloodventers en andere rare mensen.”

Hooghartig

Toch waren er ook uitzonderingen die de deelnemers aan Big Brother niet meteen het stempel van ‘pathologische ijdeltuit’ wilden opdrukken. Professor Henri Beunders, hoogleraar geschiedenis, media en cultuur aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, oordeelde na ruim anderhalve maand toen het programma inmiddels al een absolute hit was geworden dat de kritiek op BB ‘hooghartig’ was. ,,Televisie is door de jaren heen steeds van functie veranderd, mede ingegeven door de maatschappelijke ontwikkelingen.

Een programma als Big Brother past naadloos in de geest van de tijd.” Televisie, betoogde hij, is allang niet meer de knusse dromenleverancier van de jaren tachtig. ,,De overkill aan informatie op tv stompt mensen af. Burgers zijn ontgoocheld, voelen zich in de steek gelaten door de overheid, en machteloos tegenover alle ellende waarover de media dagelijks berichten. Als reactie maken mensen hun wereld weer kleiner en overzichtelijker.”

Het Big Brotherhuis in Almere, niet veel meer dan een paar aan elkaar geschakelde bouwketens, bleek voor miljoenen kijkers de overzichtelijkheid zelve. Tot veler verbazing waren het ook nog eens niet de minst opgeleiden die Big Brother in hun hart sloten, zoals de talloze bewoners van studentenhuizen die groepsgewijze de serie volgden en becommentarieerden.

Misschien omdat ze er hun eigen dagelijkse beslommeringen om huishoudgeld, wie doet de afwas en heimelijke seksverlangens in weerspiegeld zagen. In ‘intellectuele kring’ bleef echter de minachting. Paul de Leeuw, die voor zijn eigen programma overigens maar wat graag gebruik maakte van weggestemde BB bewoners, had het over ‘mensen uit de caravan’. Stephan Sanders zei in VPRO’s Het Blauwe Licht: ,,Wat ik zo ontroerend vind is dat ze allemaal zo jaloers worden wanneer Mona zegt: ‘Martin heeft een agenda.’ Dat willen ze allemaal hebben: een agenda. Wat iets zegt over die grote, totale leegte waar die normale levens zich mee vullen.”

‘Jut en Jul uit Lutjegeest’, vond Jan Kuitenbrouwer in De Volkskrant. ‘Geestelijk gehandicapten’, noteerde Youp van ’t Hek. En als ‘de Almeerse hangplek’ betitelde Joost Zwagerman het Big Brother huis.

Op de kaart

Nee, dan dachten ze er in Almere toch heel anders over. Directeur Th. Ummels van de stichting Stadspromotie Almere, een samenwerkingsverband van gemeente en bedrijfsleven ter meerdere eer en glorie van de polderstad, jubelde juist over Big Brother. Doordat de stad in de loop van de Brother maanden ineens werd overstroomd door journalisten uit binnen en buitenland, was Almere nu ‘stevig op de internationale kaart gezet’.

In het blad Binnenlands Bestuur voor bestuurders en beleidsambtenaren van gemeenten en provincies (BB in eigen huisjargon) verklaarde Ummels half december dat de lokale economie er alleen maar baat bij had. Niet dat zich nu meteen ‘grote Amerikaanse bedrijven vestigen’. ,,Maar het past wel mooi in onze promotiecampagne ‘Het kan in Almere’.”

Bovendien genereerde Big Brother ‘afgeleid’ geld voor plaatselijke beveiligings en cateringbedrijven om de bewoners heen circuleerde dagelijks een ‘leger’ van ruim honderd medewerkers en dankzij de almaar toenemende stroom dagjesmensen, die zich aan de schutting van ‘Het Huis’ vergaapten. Kortom, Amersfoort, Hilversum en Rotterdam, ook ooit in de race om het huis binnen hun gemeentegrenzen te krijgen, hadden het nakijken.

Big Brother is Big Business gebleken en niet alleen voor Almere, constateerde ook het zakenblad FEM. Het programma zal de firma Endemol, John de Mols moedermaatschappij, ondanks de grote investeringen die het vergde, geen windeieren leggen. Televisieprogramma’s worden allang internationaal verhandeld als betrof het een lading tapioca. In Duitsland begint het programma overigens onder eender kritische geluiden als hier te lande in maart te lopen. Scandinaviî, Zwitserland, Belgie en Hongarije zijn eveneens potentiîle klanten. En als Henny Huisman zijn Soundmixshow in de Verenigde Staten kan slijten, waarom zou men dat met Big Brother dan ook niet kunnen?

Niet voor niets adverteerde Endemol aan de start van het programma met een dure, paginagrote advertentie in Amerika’s meest gezaghebbende amusementsblad Variety.

Losers

Als Almere en Endemol in ieder geval niet de ‘losers’ zijn van Big Brother, wie zijn het dan wel? De bewoners die er tussentijds uitstapten of eruit werden weggestemd, zoals werd voorspeld? Vooralsnog lijkt het ook daar niet op. Tara, de schoenverkoopster die ‘alleen maar’ beroemd wilde worden, prijkte al tamelijk ontkleed in Panorama, om daarna met Playboy in zee te gaan.

Maurice en Bianca openden begin deze week nog vrolijk en onder enorme belangstelling een winkel in het Noord Hollandse Hoorn. Andere ex bewoners hebben tv programma’s aangeboden gekregen, en Karin kon uiteindelijk, tot haar eigen opluchting, toch gewoon de kerst bij haar gezin doorbrengen. Geen van allen lijkt tot nu toe behept met het zo veelvuldig voorspelde ‘post BB trauma’.

Het is in het Big Brother huis in ieder geval tot de uitzending van vanavond ook niet echt ‘goed mis gegaan’, zoals was voorspeld. De bewoners zijn elkaar niet met bijlen achterna gegaan, hebben elkaar niet de hersenen ingeslagen, zijn evenmin, afgezien van de knuffels, een paar orale seksuele toespelingen en dat ene ‘spannende’ moment toen Bart en Sabine ‘onder een dekbed bewogen’, in orgien uitgebarsten, noch zijn ze tenslotte lid gebleken van een gevaarlijke sekte.

De makers van het programma, Big Brother producent Paul Rçmer en hoofdredacteur Hummie van der Tonnekreek, lijken ongetwijfeld tot ergernis van deze en gene naderhand eigenlijk het gelijk aan hun kant te hebben gehad. Rçmer zei al begin november: ,,Als we hadden gewild, hadden we kandidaten kunnen hebben die de hele tijd neukend op de keukentafel zouden liggen.

Dan scoor je misschien wel, maar daar beginnen we niet aan. Zoiets doe je niet.” De bewoners lagen er niet. En ook Hummie van der Tonnekreek zat er achteraf bezien niet naast, toen ze enkele dagen voor het begin van het programma in Vrij Nederland zei: ,,Mag ik even mijn gal spuwen? Volgens mij zouden maar twee omroepen Big Brother uit kunnen zenden: de VPRO en Veronica. Als de VPRO het had gedaan, was dit bij voorbaat een programma met een gouden randje geweest.”

Dit maal is een Veronica programma ‘cult’ of zo men wil ‘goede camp’ gebleken. Het ‘post BB trauma’ lijkt vooral weggelegd voor alle deskundigen die foute voorspellingen deden en die paar miljoen verslaafde kijkers die nu moeten afkicken van hun dagelijkse ‘shot’ uit het spaanplaten huis. Maar het is de vraag of het Big Brother experiment voor herhaling vatbaar is. Misschien was het gewoon voor ààn keer en met deze bewoners leuk.

Natuurlijk, iedereen in het buitenland moet zeker zijn eigen nationale versie maar eens uitproberen. Maar alle van Big Brother afgeleide programma’s in Nederland kunnen alleen maar tegenvallen of vele malen platter worden dan ooit voor BB was voorspeld: de Love Boat was er al, De bus van SBS 6 komt eraan.